In kader van het Sigmaplan worden Gecontroleerde Overstromingsgebieden (GOG) aangelegd langsheen de Schelde en haar getijgebonden zijrivieren, vaak gecombineerd met gecontroleerd gereduceerd getij (GGG). Het vullen van deze gebieden gebeurt door middel van een overloopdijk. Bij overloop versnelt het water op het talud naar superkritische stroming. Bij lage waterpeilen in het GOG kan hierdoor een watersprong ontstaan in de polder, bij hoge waterpeilen in het GOG ontstaat deze watersprong op het dijktalud. Om te vermijden dat de watersprong in de polder ontstaat en zich daar overmatige erosie voordoet, wordt aan de teen van de overloopdijk een dissipatiegracht voorzien. Voor de overloopdijk van het GOG gebied Vlassenbroek vraagt De Vlaamse Waterweg afdeling Regio Centraal aan de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium (WL) ondersteuning bij het ontwerp van de dissipatiegracht. Op het ogenblik van het opstellen van dit advies liep op WL een studie voor de verificatie en optimalisatie van de toegepaste methodologie voor het ontwerp van een dissipatiegracht aan de teen van een overloopdijk. Deze studie was echter nog niet volledig voltooid bij opstellen van dit advies. Voor het bepalen van de grachtdiepte was al een aangepaste ontwerpmethodologie beschikbaar, voor het bepalen van de grachtbreedte was er nog geen ontwerpmethodologie beschikbaar. Met MIKE11 werd een hydraulische modellering van deze gebieden uitgevoerd en werden tijdreeksen gegenereerd van het waterpeil in de Schelde en het waterpeil in het GOG Vlassenbroek. Gebruik makend van deze rivier- en polderpeilen, van de helling en de ingeschatte ruwheid van het talud van de overloopdijk werd voor elk tijdstip van overloop bepaald of een dissipatiegracht nodig is en indien positief wat de benodigde grachtdiepte is. Omdat het maaiveldpeil ter hoogte van de teen van de overloopdijk varieert werd deze berekening uitgevoerd voor een range aan maaiveldpeilen. Uit de dimensionering van de dissipatiegrachten volgt dat voor de noordwestelijke overloopdijk van Vlassenbroek geen dissipatiegracht voorzien hoeft te worden omdat de watersprong hier steeds op het talud aanvangt. Voor de noordoostelijke en zuidwestelijke overloopdijk van Vlassenbroek volstaan het voorgestelde typeprofiel van de dissipatiegracht met een diepte 0.50 m en een breedte 3.50 m. Voor de compartimenteringsdijk volstaat de typegeometrie niet volgens de dimensionering. Vervolgens werd voor de compartimenteringsdijk een rechtstreekse vergelijking uitgevoerd met beschikbare resultaten van schaalmodelproeven. Hieruit volgde dat een grachtdiepte 0.50 m bij een grachtbreedte 3.50 m volstaat. Wel wordt aanbevolen om de GOSA erosiebescherming nog over een breedte van ca. 1.50 m op de berm door te trekken.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid