Vraag uit beheer en beleid Hoeveel vogels en andere soorten kunnen in het Schelde-estuarium leven, uitgaande van het beschikbare voedsel en de leefgebieden? Wat is de beperkende factor: voedsel of leefgebied? Wat zijn de gevolgen van ingrepen op de aantallen vogels en andere soorten?
Onderzoek In deze onderzoeksvraag komen alle andere onderzoeken uit het luik natuurlijkheid samen. In 2009 brengen de onderzoekers de resultaten van onderzoeken naar primaire productie, leefgebieden, het voedselweb en barrières voor trekvissen samen in een draagkrachtmodel. Dit model berekent op basis van deze kenmerken hoeveel vogels en andere soortgroepen in het Schelde-estuarium kunnen leven.
Door verschillende scenario’s door te rekenen met het draagkrachtmodel, ontstaat een beeld van de factoren die beperkend zijn voor de aantallen soorten: de primaire productie, het aanbod van bodemdieren, de omvang of de bereikbaarheid van de leefgebieden. Ook via een andere weg proberen de onderzoekers inzicht in de beperkende factoren te krijgen, door de kenmerken van verschillende estuaria en de aantallen soorten die daar leven te vergelijken.
Toepassing Dit model maakt duidelijk hoe belangrijk troebelheid, voedsel en leefgebieden zijn voor belangrijke vogelsoorten. In combinatie met andere onderzoeken uit het luik natuurlijkheid geeft dit model antwoorden op vraag hoe ingrepen in het estuarium doorwerken in de draagkracht voor vogels. Deze inzichten zijn noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de eisen van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid